baby’s

Darmkrampjes, reflux en verborgen reflux bij baby’s

Darmkrampjes, reflux en verborgen reflux bij baby’s.

Dit komt bij veel baby’s in meer of mindere mate voor. Maarten Heemskerk, van Osteopathie Haarlem, gebruikt kennis van de embryonale vorming om reflux en verborgen reflux bij baby’s oorzakelijk te behandelen.Reflux en verborgen reflux bij baby's

Hoe weet ik of mijn baby reflux of verborgen reflux heeft. Als baby’s na het eten erg onrustig worden wordt vaak gezegd dat dit darmkrampjes zijn. Als er voedsel in de maag komt hoort deze zuur te gaan maken, dit zuur gaat de spierlaag van de maagwand niet aantasten omdat de maagwand een dikke slijmlaag heeft die de spierwand van de maag beschermt tegen dit zuur. De slokdarmwand heeft niet zo’n dikke slijmlaag en zal dus door het maagzuur, als dit omhoog kan komen in de slokdarm deze wand een beetje verbranden, dit doet uiteraard pijn zodat het logisch is dat baby’s dan onrustig worden en gaan huilen. In normale omstandigheden gebeurt dit ook niet omdat de slokdarm altijd gesloten is. Hierdoor kan het maagzuur niet omhoogkomen in de slokdarm. Bij veel baby’s is de slokdarm in het begin nog niet helemaal gesloten en is enige onrust niet ongewoon.

Darmkrampjes, reflux en verborgen reflux bij baby’s.

In onze ontwikkeling gaat het sluiten van de slokdarm samen met het openen van de luchtwegen. Deze twee bewegingen zijn als een soort wip, de ene (longen) openen zich en de andere (slokdarm) sluit zich. Een belangrijk moment voor het openen van de longen is de bevalling. Als een baby’tje namelijk uit het geboortekanaal komt valt de druk weg en krijgt de baby een reflex om in te ademen. De longen zuigen dan opeens bloed aan en alle longblaasjes, die in de baarmoeder nog dicht zijn, klappen open. Dat is het moment dat we onze longen ineens openen. Deze opening van de longen betekent een sluiten van de slokdarm.

Als dit proces minder krachtig plaats kan vinden, bv. door een navelstreng die om de nek zit of er wanneer er wat vruchtwater wordt ingeslikt, sluit ook de slokdarm minder goed. Dit betekent dat die vaak een beetje blijft openstaan en zo kan er makkelijk zuur uit de maag inkomen. Dit irriteert de slokdarmwand en geeft pijn.

Hier zal ik een aantal kenmerken geven die het hebben van (verborgen) reflux  bij baby’s waarschijnlijk maken.

  1. Lang na de voeding nog spugen/opgeven, bv. vlak voor de volgende voeding.
  2. Tong veel naar buiten steken.
  3. Onrustig slapen m.n. overdag.
  4. Einde van de middag en begin van de avond overstuur.
  5. In het begin van de nacht redelijk doorslapen i.t.t. overdag.
  6. Weer meer onrust in het 2e deel van de nacht
  7. Veel ademgeluiden bij het slapen, reutelende ademhaling.
  8. Gevoelig voor verkoudheden. 
  9. Eerste huilen niet gelijk na geboorte was er niet snel en niet krachtig.             

Als u meer wilt weten hierover of als u wilt weten of behandeling zinvol zou zijn voor u of uw baby kunt u bellen (023 7200 920 / 06 141 80 360) of een bericht sturen.

Kruipen lukt baby niet, hoe komt dat?

Kruipen lukt baby niet, hoe komt dat?Kruipen lukt baby niet, hoe komt dat? Hoe komt het dat sommige baby’s dit niet gaan doen? Soms gaan deze baby’s in plaats van kruipen billenschuiven of blijven ze tijgeren zonder de benen te gebruiken of rollen ze continue door de kamer. Dit is jammer, want het kruipen is een belangrijke stap in de ontwikkeling voor baby’s. Heel fijn als die stap gemaakt wordt voor ze gaan lopen. Door het kruipen maken baby’s onder andere de doorbloeding naar de hersenen vrij. Zo creëren ze een belangrijke voorwaarde voor hersengroei. Als baby’s gaan kruipen zie je dat de ontwikkeling in een stroomversnelling komt. De invloed van het kruipen op de doorbloeding van de hersenen speelt daar een rol in.

Vaak speelt het niet goed kunnen bewegen van de schedel ten opzichte van de eerste nekwervel een belangrijke rol bij het niet tot kruipen komen. Maarten Heemskerk, van osteopathie Haarlem, gebruikt kennis van de embryonale vorming bij het oplossen van dit niet tot kruipen komen van de baby.

Kruipen lukt baby niet, hoe komt dat?

Om te kunnen kruipen moet een baby eerst de schedel kunnen bewegen ten opzichte van de atlas (de eerste nekwervel). De schedel moet naar voren kunnen glijden op de gewrichtsvlakken van de atlas. Als dit niet goed lukt vinden baby’s het erg vervelend om op de buik te liggen. Ze beginnen dan vaak snel te huilen. Want om te kunnen zien waar je naar toe gaat moet je je hoofd kunnen optillen, om dit mogelijk te maken moet er een beweging naar voren van de schedel op de atlas gemaakt kunnen worden. Ook is voor het kruipen de beweging naar achteren van de schedel op de atlas heel belangrijk, wanneer deze beweging niet goed te maken is kunnen baby’s hun heup niet ver genoeg buigen. Dit is nodig om de knie onder het bekken te trekken, essentieel om op handen en knieën te kunnen kruipen. Tijgeren gaat dan nog wel maar volwaardig kruipen lukt dan niet.

In het geval van een slecht bewegen van de schel ten opzichte van de atlas zijn er ook nogal eens andere problemen. Vaak is er een duidelijke voorkeurshouding (geweest) in lig, ook wanneer het kind bij het op de buik liggen vrijwel meteen begint te huilen (dan is de schedelbeweging naar voren moeilijk). Veel overstrekken van het lijf en in het bijzonder van de nek en hoofd kan wijzen op beperkingen die een rol spelen in het niet gaan kruipen bij baby’s.

Met embryonaal geïntegreerde osteopathie is dit goed en snel te beïnvloeden. Als u meer wilt weten hierover of als u wilt weten of behandeling zinvol zou zijn voor uw baby kunt u bellen (023 7200 920 / 06 141 80 360) of een bericht sturen.

Billenschuiven bij baby’s, hoe en waarom

Billenschuiven bij baby’s, hoe en waarom. Sommige baby’s gaan niet op de normale manier kruipen op handen en knieën, maar bewegen zich voort door op hun billen te schuiven. Waarom doen ze dit en welke functie heeft dit dan?

Voor het tot kruipen komen bij baby’s is een goede beweeglijkheid van de Billenschuiven bij baby's, hoe en waaromschedel ten opzichte van de eerste nekwervel heel belangrijk. Voor kruipen is het essentieel dat het hoofd naar achteren bewogen kan worden omdat bij kruipen we het hoofd moeten optillen. Verder moet de heup ver genoeg opgetrokken kunnen worden om de knie onder het bekken te krijgen, als dit niet goed lukt blijft het bij tijgeren. De buiging van de heup gaat samen met het naar voren buigen van het hoofd. Als het hoofd niet naar voren gebogen worden kan kunnen we ook de heup niet goed buigen. Dus het niet tot kruipen komen van baby’s komt door een verminderde beweeglijkheid van de schedelbasis met de wervelkolom.

Billenschuiven bij baby’s, hoe en waarom. Nu is het zo dat hoe gek het wellicht ook klinkt er een relatie bestaat tussen het bekken en de schedelbasis. Het zijn in de embryonale fase de bewegingen die de romp, inclusief het bekken, vormen die tegelijkertijd ook zorgen voor de vorming van de schedelbasis. De schedelbasis is het bekken van de schedel, dit betekent dat baby’s die billenschuiven hun bekken daarmee iedere keer een klap geven. Ze bonken op hun bekken, daarmee zijn ze dan tegelijkertijd ook hun schedelbasis aan het ‘losbonken’. Ze lossen dus met het billenschuiven hun probleem op!

De kans op blokkades van de schedelbasis is groter wanneer de bevalling moeizaam was, als die lang geduurd heeft en het kindje klem heeft gezeten of wanneer er een vacuümextractor gebruikt is. Ook hele snelle bevallingen kunnen de schedelbasis blokkeren.

Met embryonaal geïntegreerde osteopathie is billenschuiven bij baby’s, hoe en waarom goed te behandelen. Als u meer wilt weten hierover of als u wilt weten of behandeling zinvol zou zijn voor uw kind kunt u bellen (023 7200 920 / 06 141 80 360) of een bericht sturen.