Longcovid en moe zijn, een mogelijke verklaring en behandeling met osteopathie. In de afgelopen maanden werd het duidelijk. De extreme reactie op een te grote lichamelijke inspanning bij longcovid patiënten heeft een duidelijke fysiologische achtergrond. Longcovid en moe zijn, een verklaring en behandeling met osteopathie

“De Amsterdamse onderzoekers namen monsters van spierweefsel van mensen met en zonder long covid, voor en na een inspanningstest op de fiets. Daarmee konden ze zien dat wanneer mensen met long covid fysiek te actief zijn, de schade in het spierweefsel bij hen groter is. Bovendien functioneren hun mitochondriën veel minder goed, de energiecentrales in de cellen.”

Bovenstaande quote uit een NOS bericht was in januari 2024 groot nieuws. Voor de patiënten zelf betekende het dat zij niet meer hoefden te gaan sporten om van hun vermoeidheid af te komen. Zij hadden zelf ook al vaak door dat ze daar alleen maar slechter van werden. Fijn dat daar nu ook wetenschappelijk bewijs voor was. Jammer is alleen dat deze bevinding nog niet leidt tot een nieuwe effectieve behandeling.

Belangrijk voor een osteopathische manier van kijken naar deze problemen bij longcovid en moe zijn is het feit dat cellen die actief zijn blijkbaar vervuilen. Alle cellen produceren bij activiteit afval, ook de spiercellen die bij inspanning gebruikt worden. Dit afval moet de cel uit gewerkt worden, als dit niet gebeurt, vervuilt de cel. Deze vervuiling leidt tot ontstekingsactiviteit en kan uiteindelijk zelfs tot een infectie worden. Mitochondriën zijn de energieproducenten van de cellen, zij produceren onder andere ATP. De brandstof om spieren te laten functioneren. Logisch is dat ook bij dit proces afval vrijkomt en dat ook dit afval zal moeten worden afgevoerd. Zo nee zal dit de functie van de mitochondrie verzwakken.

Wat is nu het mechanisme waarmee dit door cellen en mitochondriën geproduceerde afval afgevoerd wordt? Het antwoord is eenduidig, dat gebeurd met het lymfesysteem! Het in de cel en dus ook in de mitochondriën geproduceerde afval moet dus de cel uit en wordt door de cel naar buiten gebracht. Hier komt het terecht in het vocht dat tussen de cellen inzit, het zogenaamde interstitium. Ook hier moeten deze afvalstoffen afgevoerd worden, als dit niet gebeurd leidt ook hier deze ophoping tot ontstekingen en infecties. De meeste cellen liggen niet in de buurt bij een bloedvat waaraan dit kan worden meegegeven. Deze afvalproducten worden met lymfevaten afgevoerd en naar lymfeklieren gebracht.

De lymfevaten doen dit doordat ze ritmisch openen en sluiten, op deze manier fungeren alle lymfevaten bij het openen als een soort van rietjes. Die creëren zo een vacuüm in het interstitium en zuigen op deze manier het vocht met het afval weg. Vervolgens trekken de lymfevaten samen en doordat er kleppen in zitten kan het vocht maar één kant op en wordt het naar de lymfeknopen afgevoerd. Deze lymfeknopen/-klieren bevinden zich vooral in de regio’s waar de ledematen aan de romp vastzitten. Te weten de lies- en schouder/hals-regio’s. Na dit reinigen wordt het schone lymfevocht verder getransporteerd richting de rechter en linker vena subclavia. Twee veneuze bloedvaten die dit lymfevocht weer naar het hart brengen zodat dit weer onderdeel wordt van de ‘gewone’ doorbloeding.

De belangrijkste vraag die nu op tafel ligt is: wat is de basis van het ritme waarmee de lymfevaten openen en sluiten en hoe kun je de kracht hiervan verbeteren? Binnen de embryonaal geïntegreerde osteopathie, ontwikkelt door Frank de Bakker, is daar over nagedacht. De basis van het lymferitme ligt in de dynamiek van de (chorion-) allantoïs. Dit is een embryonale structuur die met zijn eigen ritmiek o.a. verantwoordelijk is voor het ontstaan van het darmsysteem en de portale bloedstroom (bloed van de darm naar de lever). Vanuit deze regio is aangetoond dat lymfevaten zich kunnen ontwikkelen.

Dit betekent dat het lymferitme zich samen ontwikkelt met de beweeglijkheid van de darmen en de daarmee samenhangende portale bloedstroom. De allantoïs is bij de volwassen mens een onderdeel van het ligament urachus, een onderdeel van het buikvlies. Het verbeteren van de beweeglijkheid van de darm en de portale bloedafvoer is dan de manier om het lymfesysteem krachtiger te laten werken. Hier zijn binnen de embryonaal geïntegreerde osteopathie manuele technieken voor ontwikkeld.

Maar wat is nu de mogelijke relatie tussen het lymfesysteem en de corona infectie? Duidelijk is geworden dat corona, zoals de meeste griepen, ook delen van het orgaansysteem aantast. Bij corona is duidelijk dat dit o.a. de darm is geweest. Chinese onderzoekers vonden dat de helft van de in het ziekenhuis opgenomen corona patiënten darmproblemen had, sommige alleen darmklachten. Door deze infectieactiviteit in de darmen is het niet onlogisch dat er door littekenweefsel verklevingen ontstaan in het darm-/buikvliesgebied. Dit zorgt ervoor dat de beweeglijkheid hiervan vermindert en daarmee zou je kunnen verklaren dat ook het lymfesysteem verzwakt.

De effecten van een corona infectie zijn gecompliceerd en de klachten die ontstaan zijn bij de vele mensen na de ziekte doorgemaakt te hebben zijn natuurlijk niet allemaal terug te brengen op enkel dit mogelijke verzwakken van het lymfesysteem. Desalniettemin lijkt het erop dat met het toevoegen van de technieken voor het versterken van het lymfesysteem bij de behandeling van longcovidpatiënten in mijn praktijk de klachten beter te beïnvloeden zijn. Dit is uiteraard geen wetenschappelijke dubbelblind gerandomniseerde studie maar een hopelijk bemoedigende stap in de moeilijke zoektocht naar de oplossing voor de grote problemen waar veel longcovidpatiënten mee kampen.

Longcovid en moe zijn, een mogelijke verklaring en behandeling met osteopathie. Als u meer wilt weten hierover of als u wilt weten of behandeling zinvol zou zijn voor uw klachten kunt u bellen (023 7200 920 / 06 141 80 360) of een bericht sturen